Partnerverhalen
De tijd waarin Lilian niets anders kon dan zitten of liggen is me zwaarder gevallen dan ik van tevoren had geschat. Veel zwaarder zelfs. Ik heb gemerkt dat in die weken, mijn werk het rustpunt op de dag was. Het klinkt misschien vreemd, maar daar kon ik werken en hoefde ik niet te zorgen. Alles daarbuiten draaide om het zorgen voor Lilian, het zoontje van Lilian en in het weekend ook mijn dochter.
Lilian kon niets in deze periode en voelde zich erg eenzaam als ik er niet was. Ik probeerde dan ook zoveel als mogelijk was thuis te zijn. Als ik thuis was deed ik het huishouden of gaf ik aandacht aan Lilian of de kinderen. Soms was het erg lastig de energie hiervoor op te brengen en ik heb in januari en februari 4 weekenden achter elkaar een moment gehad dat het me teveel werd. Dat ik het even niet meer zag zitten. Na een nacht slapen ging het dan wel weer, maar dit gaf voor mij wel aan hoe ver het gaat. Van mezelf weet ik dat ik best veel kan hebben, maar dit was op die momenten even te veel voor me.
“Er gingen gedachten door Lilian’s hoofd als: “ik wil niet meer, haal ze er maar uit”. Op zulke momenten voel ik me zo ongelofelijk machteloos…ik weet niet hoe ik me dan moet gedragen”
Ik dacht, voordat ik dit meemaakte, dat misselijkheid en weinig kunnen doen hoort bij een zwangerschap. HG was nieuw voor zowel mij als Lilian. Toen we hier meer over te weten kwamen, bleek dat de ernstige mate waarin Lilian misselijk was en zich niet goed voelde, niet normaal was. Ook kwamen we erachter dat HG een enorm onderbelichte aandoening is, die meer bekendheid en erkenning moet krijgen. Nog steeds lopen we in het ziekenhuis tegen het probleem aan dat artsen de ernst van de situatie niet inzien. Daardoor speelden er gedachten door Lilian’s hoofd als: “ik wil niet meer, haal ze er maar uit”.
Op zulke momenten voel ik me zo ongelofelijk machteloos…ik weet niet hoe ik me dan moet gedragen. Ik probeer er dan maar voor haar te zijn en haar te laten merken dat ik het snap. Ik probeer haar wat te troosten.
Nu ik dit schrijf kom ik erachter dat HG gevolgen heeft voor iedereen in het gezin. Niet alleen lichamelijk, door het zorgen, maar ook geestelijk door de druk, het zorgen en troosten, het proberen de aandacht toch nog zo goed mogelijk te verdelen tussen alle gezinsleden, machteloosheid, enz.…
HG is een aanslag op de zwangere, maar daardoor ook de mensen die achter haar staan. Tuurlijk krijgt Lilian hier de hardste klap en probeer ik er alles aan te doen om dat te verzachten. Wat ik hier echter wil aangeven, is dat deze aandoening een aanslag is op alle leden van het gezin en dat het, gezien de ernst van de gevolgen, bizar is dat HG nog “geen voet aan de grond” heeft kunnen krijgen in de medische wereld.
De stille steunpilaar, een man in een HG zwangerschap
‘s Nachts schrik ik wakker. *bwuurgh* klinkt het terwijl ik een schim langs het voeteneind zie hollen. *bwuuuurk uche* braakt en hoest ze verder de gang op. Ik doe de lamp aan. Shit vergeten het emmertje naast het bed te zetten. Als een zombie sta ik op, pak automatisch de dweil en loop naar het toilet. Als vanzelfsprekend grijp ik boven mijn vrouws gekromde rug het glas wat we standaard op het toilet hebben staan en vul deze met water. Het braakgeluid is normaal, gaat al compleet langs mij op. Het water zet ik neer op de vaste plek en ik haal wat haar weg uit het gezicht van mijn vrouw. “Uugh… be… bedankt” komt er net uit maar dan kromt haar rug alweer op. Ik slenter weer terug naar bed. Hoeveelste keer was dit vannacht? 12e? 13e? Ik ben de tel al lang kwijt. Hoe laat is het? Pfff 02:15 nog wel even te gaan. “Gelukkig” moet ik morgen vroeg op voor een belangrijke dag op werk en kan ons zoontje van bijna 2 naar de opvang. Hoe schuldig ik me ook voel is het toch fijn om even weg van alles te zijn en “gewoon” een dag je te werken. Ik word boos op mezelf van de gedachte. DAT MAG je niet denken!
Net zoals bij een gewone zwangerschap wordt ook bij een HG zwangerschap de man regelmatig vergeten. Je merkt het aan de mensen in je omgeving. Terwijl jij als man met wallen tot aan je enkels aan iedereen wanhopig probeert te vertellen dat het (HG) NIET er bij hoort en dat een cracker naast het bed NIET helpt, zijn de mensen die het wel enigszins begrijpen continue bij je vrouw een steun en toeverlaat. En dat terwijl ze er zelf vaak helemaal geen zin in heeft. Het wordt “even” vergeten als je vrouw de hele dag alleen op bed kan liggen en met moeite haar eigen braaksel kan opruimen dat de hele gezinshuishouding gaat leunen op de man. De enige die regelmatig vroeg of ik het nog wel volhield waren mijn ouders en (tot mijn eigen verbazing) de verloskundige, maar dan wel als mijn vrouw even naar het toilet was.
Eerlijkheid gebied mij ook te zeggen dat ik het zelf ook niet echt door had. Ik had toch niks? Ik was hartstikke gezond. Ik mag niet klagen, ik ben een man en de man van dit gezin. Maar ergens onder water had ik het wel door dat het ook met mij helemaal niet goed ging. Want ik moest ook doorgaan en doorgaan, niet stoppen want ik was bang dat ik dan niet meer kon starten.
Mijn dagen waren lang en uitputtend. Ze begonnen vaak om 06:00 en zo rond 20:00 was het wel klaar en had ik wat tijd voor mezelf. Ons zoontje lag dan op bed en ik had (naast het koken en bed rituelen) nog minimaal 1 “grote” huishoudelijke taak gedaan, zoals de douche schoonmaken of de keuken ofzo. Als beloning en om nog een beetje een ontsnapping te hebben aan de realiteit mocht ik van mezelf dan 1 aflevering van een serie op Netflix kijken. Maar meestal was ik toch al te moe en ging ik naar bed waar het bovenstaande nachtritme begon. Ik hield mezelf draaiend door vast te klampen aan een zelfbedacht ritme van werk, zoontje, huishouden, slapen.
En dan nog de machteloosheid, het is een beetje als met een bevalling. Als man sta je er naast, je houdt een hand vast en dept wat zweet weg, je puft mee en houd je vrouw gefocust maar daarnaast kun je zo weinig. Alleen bij het bevallen, weet je dat er straks een lief hummeltje op de borst van je vrouw ligt. Als je vrouw voor de 30e keer die nacht voorover gebogen over de pot hangt in een plas van haar eigen urine in week 14 dan is dat lieve hummeltje heeeeeeel ver weg en denk je alleen maar hoe komen we in hemelsnaam nog 26 weken door.
Maar de vermoeidheid en machteloosheid waren nog niet het ergste… Het ergste voor mij was het gemis van mijn partner. Waar we ’s avonds na het eten samen met ons zoontje gingen spelen, waren we opeens zonder mamma. Waar we in het weekend met z’n 3en naar de dierentuin gingen, was het nu zonder mamma. Ons zoontje had het razendsnel door en begon binnen een mum van tijd mamma al uit te zwaaien als we de jas aan deden. Mamma gaat toch nooit meer mee. Dit is het geen wat bij mij echt schade heeft aangericht. Nu nog heb ik veel moeite om alleen met ons zoontje te zijn, met name ’s avonds met en na het eten. Niet dat ik het niet leuk vind, maar omdat het een trigger is naar een voor mij nog niet goed verwerkte moeilijke tijd. Alleen al het erover praten of dit geval typen brengt een brok in mijn keel.
Gelukkig heb ik een flexibele werkgever en een teamleider die zelf ook nog niet zo lang vader is. Daar heb ik een paar goede afspraken mee kunnen maken. Daarnaast had ik na 6 jaar ook redelijk wat “credits” opgebouwd en hadden al mijn collega’s wel zoiets van “en nu is het jouw beurt om even wat rustiger aan te doen”. Onze familie heeft ook veel kunnen helpen door regelmatig te helpen met het huishouden.
Nadat mijn vrouw was opgenomen in het ziekenhuis kwam ze eindelijk uit de vicieuze cirkel (die van braken, misselijk worden van tekort aan voedingsstoffen, wat eten, braken, misselijk worden etc.). Heel voorzichtig bleven de eerste sneetjes brood binnen, een heuse overwinning. Er ontstond bijna een obsessie met eten. “Ik heb een sneetje brood op maar heb eigenlijk nog honger. Maar als ik nu een 2e broodje opeet en ik word dan misselijk en gooi het er uit dan heb ik niks meer”
Hiervoor hebben we de 30 minuten regel bedacht. Eet een broodje, wacht 30 minuten ben je dan misselijk? Stop met eten. Heb je nog honger? Eet nog een broodje.
We zijn, op het moment van schrijven, op week 36. Het is nog elke ochtend braken en het ontbijt is nog lastig maar ’s middags en ’s avonds eet mijn vrouw inmiddels gewoon mee. Ook kan ze weer hele dagen op ons zoontje passen en veel spelen. We kunnen niet wachten tot ons 2e zoontje is geboren. Waar veel mensen zeggen dat “het dan gaat beginnen” weten wij uit ervaring dat dan onze rust komt.
Jan Willem
Hoera! We zijn in verwachting! We zijn zwanger, we krijgen een kindje. We zijn helemaal blij, gelukkig en gezond. Maar voor hoe lang?
We wisten het gelijk, ze voelde het, eigenlijk al een paar weken eerder, geen zwangerschapstest nodig dus. Blij vrolijk, gelukkig en gezond. Tot week vijf. Toen werd ze ziek, direct en heel heftig. Misselijk en overgeven, zoveel en zo vaak en zo lang. Alles wat er in ging, kwam er uit.
In het begin denk je nog dit hoort er een beetje bij, maar na een paar dagen was het al duidelijk dat dit niet normaal was en er niet bij hoorde. Hop naar de huisarts, pillen. Dat was de oplossing. Voor een halve dag misschien. Emesefane; werkte niet. Primperan; geen verbetering. De maximale dosering; ook geen verbetering. Omeprazol; ook geen succes. Op de alternatieve toer. Gemberpillen, massages, zalfjes, door en door gekookt voedsel. Het zette allemaal geen zoden aan de dijk. Wel veel steun gehad aan de huisarts die haar best bleef doen, ook al werkte niks.
“Ik zie de vrouw die ik lief heb, die onze dochter in haar buik draagt, aftakelen. Elke dag een beetje meer. En ik kan niets doen om haar te helpen, niets doen om ervoor te zorgen dat ze niet nóg verder aftakelt”
Van een gezonde vrouw naar een lijk van 53 kilo. Wat zo fijn en heerlijk hoort te zijn, werd een regelrechte hel. Je hoort wel dat er verschillende zwangerschapskwalen en ziektes zijn, maar dat dit bestaat en de heftigheid ervan, had ik me niet voor kunnen stellen. Ze werd opgenomen in het ziekenhuis, zwaar uitgedroogd, voor een week zelfs, infuus, vitamines tot dat ze weer een beetje opgeknapt was, en zelfstandig naar het toilet kon. Terug naar huis, waar ze binnen een week weer zo was uitgedroogd dat een tweede ziekenhuis opname een feit was. Van een gezonde vrouw van rond de 70 kilogram naar een lijk van 53 kilo in weken. Ik heb er een regime opgezet en haar min of meer gedwongen elk kwartier een hap te nemen. Die er natuurlijk ook weer uit kwam. We zijn op een punt geweest, meerdere keren zelfs, dat abortus ter sprake kwam. Als het kindje eruit was, zou het over zijn, werd ons gezegd. Dan is het voorbij. Ja natuurlijk, dan is alles voorbij!?! Het is zo gewenst, we willen dit kindje zo graag. Ik houd er nu al zo veel van.
Ze kreeg psychische klachten. Angst en depressie. De gynaecologen waren best aardig maar hulp? Ho maar, pillen ja dat wel, maar dat ze hielpen? Niet dus, niets dus. O ja, de psychiater in dat ziekenhuis, wat een ellende. Antidepressiva hebben we, en dat gaat haar helpen. Dat wilde ze niet, maar ze had wel hulp nodig. Therapie gaven ze niet, maar dat wilde ze wel. Hij raadde dagbehandeling aan. Niet denkend dat ze niet eens kon lopen. We hebben enorm moeten zoeken en vechten om de juiste behandeling te krijgen. Uiteindelijk hebben we de psychische hulp niet in het ziekenhuis gekregen maar gevonden bij een vrijgevestigde psychiater. Daar kreeg ze EMDR-therapie en kalmeringstabletten en dat hielp. Ik doe alles wat ik kan, maar het is niet genoeg. Ik zie de vrouw die ik lief heb, die onze dochter in haar buik draagt, aftakelen. Elke dag een beetje meer. En ik kan niets doen om haar te helpen, niets doen om ervoor te zorgen dat ze niet nóg verder aftakelt. Ik ben er, ik zal ook nooit weggaan. Ik doe alles wat ik kan, maar het is niet genoeg.
Het gaat alleen maar slechter en slechter. Ik draag haar, wil haar pijn, misselijkheid en verdriet overnemen als dat kan. Haar emoties, haar fysieke en mentale klachten, zelfs haar hormonen. Maar het enige dat ik kan, is er zijn en haar verzorgen. Maar dat zorgt er niet voor dat de Hyperemesis Gravidarum minder wordt. We zijn aan het overleven. En dat alles voor dat wonder.
Enig lichtpuntje was onze verloskundige. Ze zei: “ Als jij niet naar het ziekenhuis wilt, dan gaan we niet.” Dat zei ze tegen een uitgedroogde, totaal verzwakte, zwangere vrouw. Ik zag dat dit haar goed deed, dat ze hier iets van haar zelfvertrouwen terugkreeg. Daardoor kreeg zij een keuze over haar eigen proces en behandeling.
Nog een lichtpuntje was de eerste redelijke en daardoor goede dag. Twintig weken zwanger en tijd voor een echo. De zoveelste trouwens, maar deze was een ijkpunt. En zonnige dag; en zij doodziek en misselijk in de auto. Toen kregen we te horen dat het kindje gezond was en dat we een meisje zouden krijgen. Eindelijk een moment van geluk, iets tastbaars, dat er een gezond meisje op komst was.
Maar ook na die twintig weken bleef de ellende. Overgeven tot dat ze een ons woog. Ze kon niet meer. Ik ben zo ontzettend bang geweest, heb me zoveel zorgen gemaakt. Raak ik mijn vrouw kwijt, ons kindje… Ondanks alles bleef ze zo sterk. En bleef ze zo hard vechten voor de juiste zorg. We hebben het zelf moeten rooien. Dankzij familie, heel veel familie en ELKAAR hebben we het gered. Uiteindelijk wel de juiste mensen gevonden die het leed enigszins konden verzachten. Maar ziek was ze en bleef ze.
Tot… Week achtendertig. Ze was niet meer misselijk, ze hoefde niet meer te spugen, ze hield eten binnen. Chocolade taart, een dansje in de zon en kijken naar de WK wedstrijd Spanje-Nederland in de stad. Vier weken hebben we genoten van het zwanger zijn en leefden we op een roze wolk. Na tweeënveertig weken werd ze geboren. En nog steeds hebben we een roze bril op en zijn we dolgelukkig met haar.
Dit nooit weer of…
Sebastiaan
Nadat Jente een gemiste miskraam had gehad, was ze al vrij snel weer zwanger. We waren natuurlijk heel erg blij met dit mooie nieuws en hebben vrij snel mensen ingelicht. Achteraf bleek dit een goede keuze te zijn geweest. Na een paar weken werd Jente erg misselijk. Zoals het (blijkbaar ook anno 2016) nog hoort bij zwanger zijn. Als man is ‘normale’ ochtend misselijkheid waarschijnlijk al iets bijzonders. Het is niet voor te stellen, dus je moet oppassen om niet te snel te roepen dat alle vrouwen dit nu eenmaal hebben. Wat je eigenlijk zegt is ‘niet zo zeuren, gewoon doorgaan’.
“Als man vraag je je dan ook af of dit dan misschien toch wel normaal is en of je het dan allemaal overdrijft. Terwijl je aan de andere kant ziet hoe je vrouw zienderogen achteruit gaat”
Als je vrouw HG heeft, is het helemaal niet voor te stellen. Je kunt weinig veranderen aan de situatie. Het enige dat je kunt doen is het zo ‘draaglijk’ mogelijk maken voor je partner. En dat heb ik geprobeerd te doen, samen met heel veel lieve vrienden en familie om ons heen. Ik had het nooit allemaal alleen kunnen doen. Thuis zorgden we voor zoveel mogelijk steun voor Jente. En ook ging ik mee naar afspraken met de dokter of verloskundige. Dat maakt het soms ook frustrerender. Nadat bij Jente de misselijkheid niet afnam na de eerste paar weken, sterker nog het werd alleen maar erger, had ik er vertrouwen in dat de verloskundige wel zou (h)erkennen dat dit niet normaal is en dat Jente medische hulp zou krijgen. Maar dat gebeurde dus niet. Als man vraag je je dan ook af of dit dan misschien toch wel normaal is en of je het dan allemaal overdrijft. Terwijl je aan de andere kant ziet hoe je vrouw zienderogen achteruit gaat. Op een gegeven moment was er van Jente weinig meer over. Ze was een zielig hoopje mens geworden. Door de misselijkheid en het vele overgeven duurden de dagen voor Jente erg lang en was het een grote strijd. Ik vond dat ik dan moest zorgen voor wat positieve afleiding. Grapjes maken, gek doen, alles om maar even een glimlach te krijgen. Niet om de situatie te bagatelliseren maar om ervoor te zorgen dat Jente naast de fysieke problemen geen mentale problemen zou krijgen. Ik ben absoluut geen psycholoog, maar vrolijkheid en lachen leken me een geschikt geneesmiddel tegen de gevolgen van HG.
Ook kon ik gelukkig veel bij Jente zijn. Het bedrijf waar ik voor werk loopt voorop in het flexibel werken en het was geen probleem dat ik zoveel mogelijk thuis werkte om dan tussendoor voor Jente te zorgen. Dat was voor mij een goede combinatie. Ik kon zorgen (zo goed en zo kwaad als het ging) voor mijn vrouw en aanstaande dochter maar had tegelijkertijd afleiding in m’n werk.
Jente lag voornamelijk in onze slaapkamer. Als ik daar binnen kwam moest ik er wel voor zorgen dat ik ook positief was. Ik vond dat er voor problemen van werk of de frustratie/onmacht over haar ziek zijn geen ruimte was in de slaapkamer. Die dingen moest ik maar ergens anders een plekje geven. En die ruimte heb ik ook wel genomen. Bijvoorbeeld ’s avonds, als Jente lag te slapen, kon ik heel erg genieten van (meestal) rustige muziek, waarbij er dan meer dan eens een traantje gelaten werd.
Je wilt zoveel doen om te helpen, maar niets werkt. Dat is geen fijn gevoel.
Jente bereikte haar dieptepunt eind november 2015 en werd toen eindelijk opgenomen in het ziekenhuis om flink volgestopt te worden met vocht en voedingsstoffen. Ze knapte hier wel weer iets van op. Ook leek het alsof hierdoor de ogen van anderen ook geopend werden. Misschien wat laat, maar beter laat dan nooit. Ik hoop dat instanties waar we mee te maken hebben gehad iets hebben kunnen leren. Al is het maar ervaring opdoen van onze situatie. Ik snap dat het lastig is om medicijnen te ontwikkelen die sterk genoeg zijn om de misselijkheid te onderdrukken, maar geen negatieve gevolgen hebben op het kindje. Of dat er uitgebreider onderzoek komt naar welk hormoon HG veroorzaakt.
Na het ziekenhuis bezoek, kwakkelden we een beetje voort. Jente was lichamelijk weer ietsje aangesterkt, maar de HG had zich nog niet gewonnen gegeven. Zoals zovele andere HG patiënten waarschijnlijk, hebben ook wij van alles geprobeerd om de situatie te verbeteren. Andere medicijnen, bepaalde kruiden wel of juist niet, etc. Niets hielp en we hebben ons dan maar berust in het lot dat het nog zou voortduren tot de baby geboren zou zijn. Gelukkig was dat bij ons ook zo.
Olivia is geboren op 28 mei 2016 en sinds die dag is Jente verlost van de HG. We genieten iedere dag van haar. Jente en ik wilden altijd gaan voor drie of vier kinderen. Een gezellige boel, met broers en/of zussen die allerlei mooie avonturen zouden gaan beleven samen. Die droom is door de HG wel flink aangetast. Terwijl ik dit schrijf merk ik dat dat me toch meer doet dan ik had verwacht.
Pieter Boekee
Wie mij een paar jaar geleden gevraagd had of ik wist wat ‘HG’ was, had een ontkennend antwoord gekregen. Wie gezegd had dat er vrouwen zijn die van de zwangerschap zo misselijk worden dat ze opgenomen moeten worden of een sonde krijgen, had uiteraard een meelevende reactie gekregen – vervelend hoor, en ja, vrouwen zijn wel vaker misselijk als ze zwanger zijn. Gaat vanzelf weer over, toch?
Inmiddels ben in (nou ja, mijn vrouw Marion natuurlijk) twee HG-zwangerschappen verder. Twee perioden van misselijkheid verder, drie ziekenhuisopnamen, veel extra huishoudelijk werk, en (gelukkig!) ook twee prachtige kinderen! In dit stukje wil ik kort wat ervaringen opschrijven.
Zwanger!
Eerst maar even bij het begin beginnend: Marion en ik trouwden in 2013. Ik werk parttime als leerkracht (basisonderwijs) en daarnaast als musicus (organist, pianist en dirigent). Dat laatste betekent dat ik de zaterdagavonden vaak weg ben voor een concert ergens in het land, en dat de doordeweekse avonden behoorlijk gevuld zijn met koorrepetities.
Vlak na ons trouwen werd Marion zwanger, en vrijwel meteen werd ze misselijk. Dat hoort erbij, denk je dan, dat gaat met een paar weken weer over. Na twaalf weken, toch? Of was ’t nou twintig? Het bleek niet over te gaan, en vrij onverwacht werd Marion in het ziekenhuis opgenomen: volledig uitgedroogd. In dat ziekenhuis kreeg ik ook de eerste foldertjes over HG, die ik eerst wat sceptisch maar met steeds meer herkenning las. Zou ze echt dat hebben?
Het vervolg van de zwangerschap bleef Marion dagelijks heel veel, overgeven en daarbij ook conditie verliezen. Weggaan werd steeds lastiger, evenals de huishoudelijke taken. Eten koken (en het ook nog opeten!) werd een drama.
Geboren!
Na ruim 8 maanden werd onze dochter Julie geboren. Het cliché klopt dan wel: als je zo’n prachtige dochter in handen hebt, vergeet je (in ieder geval voor dat moment) alle ongemakken – komt nog bij dat je als vader sowieso wat gemakkelijker door een bevalling heen komt dan als moeder…
Toen Marion na ruim twee jaar weer zwanger werd, wisten we dat de kans dat ze weer HG zou krijgen, groot was. Inderdaad kreeg Marion weer heftige klachten: ze was al misselijk voor dat de test een positieve uitslag gaf. Ook hier bleef Marion de hele zwangerschap overgeven, en is ze twee keer opgenomen wegens uitdroging. Grote verschil met de vorige zwangerschap was dat er echter nu ook een dochtertje was waar voor gezorgd moest worden!
Opnieuw zwanger
Praktisch heeft de laatste zwangerschap op het gezin veel meer impact gehad. Marion probeerde nog zoveel mogelijk thuis de boel draaiend te houden, maar dat was lang niet altijd mogelijk. Vaak moest ik na een dag werken thuis nog eten koken, het huis opruimen, wat schoonmaken (kan Marion veel beter) en zorgen dat Julie op bed lag voordat ik weer weg ging. Als ik een concert moest geven, kwam het vaak voor dat ik Julie daarvoor bij mijn (schoon)ouders bracht en ze daarna weer ophaalde. Wat dit voor Julie betekende, merkten we na de ziekenhuisopnamen (ze ‘hoefde’ Marion even niet meer) maar merk ik ook nu: Julie is veel aanhankelijker aan mij dan aan Marion. Tijdens de zwangerschap luisterde Julie vaak ook slecht naar Marion: als ik naar koorrepetitie was, kwam Julie uit bed, liep ze langs Marion die beroerd op de bank lag, zei ze “Ik luister lekker toch niet naar jou” en ging ze in een hoek van de kamer zitten spelen…
Natuurlijk zijn de praktische ongemakken het ergste niet – het is niet zo’n probleem als ik wat vaker kook, stofzuigen kan ik ook wel, was vouwen doe je ’s avonds na koorrepetitie nog even snel en de mand strijk kan je gelukkig wekelijks door iemand anders laten doen. Wat moeilijker was, was dat het onderhouden van de sociale contacten lastiger werd, zeker in combinatie met mijn concerten. Even wat mensen meenemen naar huis of op de koffie vragen was er niet meer bij. Verjaardagen of andere bezoeken werden regelmatig afgezegd. Naar veel activiteiten ging ik alleen (of met Julie) heen. Overigens: des te meer waardering heb ik voor het feit dat Marion nog wel als verrassing mijn verjaardag organiseerde – nogmaals bedankt schat!
HG afsluiten
Na de tweede bevalling (een prachtige zoon, Alexander) merkte ik dat het HG-verhaal nog niet zomaar afgesloten was. Marion gaf dan wel niet meer dagelijks over, ze bleef moe, uitgeput en vaak ook uitgeblust. Alle activiteiten bleven energie vergen, de gezamenlijke avondmaaltijd lag ze toch nog vaak op de bank (te moe) en de zorg voor de kinderen bleef heel inspannend. Ook haar stemming was nog al eens ‘down’.
Al met al waren de twee zwangerschappen niet gemakkelijk, integendeel. En natuurlijk is dat te relativeren door te zeggen dat Marion er heel veel meer last van had dan ik (en die nuance wil ik ook graag aanbrengen!) maar dat het impact op je gezin, je relatie en je omgeving heeft, is niet te ontkennen.
En desondanks: terugkijkend zie ik ook dat het ons dichter bij elkaar gebracht heeft, ben ik blij dat ik voor Marion mag zorgen (nog steeds!) en ben ik ontzettend dankbaar voor onze twee geweldige kinderen Julie en Alexander
“Een kaakje vóór het opstaan…”
Ik ben Wendy. Mijn dochter is nu ruim een half jaar. Ze is het mooiste wat me is overkomen. Maar zwanger zijn was voor mij minder mooi. Dingen zijn altijd anders dan je je voorstelt, maar dat het zó anders zou zijn had ik nooit verwacht. Toen kende ik de ziekte Hyperemesis Gravidarum nog niet. Hier volgt mijn verhaal:
Niet lekker
Toen ik 6 weken zwanger was voelde ik me al niet zo lekker, en een halve week later begon ik met braken. Vooral ’s avonds voelde ik mij beroerd. Ook werd ik overgevoelig voor geuren. Ach, denk je dan, ik ben zwanger en dit hoort erbij. Je neemt dat voor lief.
Met 7 weken voelde ik me zo slecht dat ik naar de huisarts ging. Die adviseerde me een kaakje vóór het opstaan en zei dat het wel over ging en dat dit erbij hoorde. Ik voelde me onbegrepen, want alle doorsnee adviezen hadden geen effect. Enkele dagen later werd ik doorgestuurd naar het ziekenhuis omdat ik ketonen in mijn urine had. De waarden in mijn urine waren net niet hoog genoeg voor een opname en tot mijn opluchting kon ik weer naar huis. De zetpillen die ik mee kreeg hielpen niet veel. Ondertussen liep mijn man af en aan naar de supermarkt om dingetjes voor me te kopen die ik nog wèl lustte. De zoektocht werd steeds moeilijker en zelf kon ik de supermarkt al niet meer in want het stonk er te erg en ik moest dan continu braken. Zonder plastic zak ging ik de deur niet meer uit. Als hij thuiskwam en vroeg hoe het die dag gegaan was barstte ik al in huilen uit, weer niks binnengehouden. Op een goede dag at ik 200 calorieën. Ik vond alles zo erg stinken dat ik elke dag mijn kussensloop verving en mijn man niet meer in de buurt kon verdragen. Zelfs de geur van mijn eigen handen konden een braaksessie opwekken. Zo’n braaksessie bestond uit 5 tot 7 keer overgeven en overkwam me soms wel 10 tot 12 keer per dag.
Opgenomen
Een hele tijd ging het zo door en op een slechte dag, na al een week niets binnengehouden te hebben ben ik opgenomen. 12 weken zwanger was ik en 10 kilo afgevallen. In het ziekenhuis kon ik niets dan braken en huilen. Ik was toch een vrouw, gemaakt om een kind te kunnen dragen? Wat was er dan mis met mij dat ik dit niet op een normale manier kon? Ik voelde me mislukt. Mijn lichaam waar ik zo op had vertrouwd had me in de steek gelaten. Ik wilde niet meer zwanger zijn, maar wel een kindje krijgen. Daar lag ik aan het infuus, bloed te braken in een kommetje. Een zielig hoopje mens dat nog geen kuipje boter open kon krijgen. Lang leve de natuur. Na 5 dagen mocht ik naar huis, en ik kreeg een dieetadvies mee. Dit ging redelijk. Als ik een terugval had, en dat was regelmatig, leek het of ik weer van voor af aan moest beginnen en kon ik alleen maar huilen. Met ongeveer 20 weken kon ik weer bijna alles eten. Het braken verminderde naar 1 tot 3 sessies per week, wat zeer acceptabel is. Maagzuurklachten bleef ik echter houden, evenals heftige maagpijn die tot het eind regelmatig de kop op stak. Ook de bevalling heb ik brakend doorleefd. Tijdens een zwangerschap beleef je zoveel emoties, en pas na de zwangerschap begon voor mij de echte verwerking van het ziek zijn. Achteraf besef je pas hoe zwaar het was, lichamelijk maar ook psychisch. De teleurstelling in mijn lichaam blijft, en de angst voor een eventuele tweede zwangerschap is zo groot dat een tweede kindje tot nu toe onbereikbaar lijkt.
Hallo mijn naam is Peter, en mijn vrouw heeft gevraagd of ik voor steunpunt HG op wil schrijven hoe ik haar zwangerschap en met name haar problemen met HG heb ervaren.
Geluk
Als je graag kinderen wilt, is het een feest als er op een bepaald moment een baby’tje onderweg is. De vreugde en het geluk die je dan voelt kan niet stuk. Ook Wendy was zielsgelukkig, en leek heel de wereld aan te kunnen. Alleen binnen twee weken nadat we wisten dat we zwanger waren, begonnen de eerste tekenen van misselijkheid zich aan te dienen. Ik wist wel dat dat soort dingen bij een zwangerschap kunnen horen, dus heel veel aandacht schenk je er niet aan. Zoiets gaat ook vanzelf, want je zit met z’n tweetjes nog lekker stevig op je roze wolk. Al snel werd het toch wel erger, en toen Wendy 7 weken zwanger was moesten we voor het eerst naar het ziekenhuis, omdat ze teveel afvalstoffen in haar urine had (teken van uitdroging). Gelukkig viel het mee en mochten we weer lekker naar huis, met onze eerste echo!
Supermarkt
Toch was het braken inmiddels al behoorlijk ingesleten in ons bestaan. Waar Wendy ook ging, ze had altijd wel een plastic zak of teiltje bij zich. Wat eten betreft, was ik een expert geworden in het op tafel zetten van smakeloze kost. Alles wat ook maar een beetje sterk rook of smaakte, was uit den boze voor Wendy. Ik stonk 24 uur per dag naar knoflook, terwijl ik al weken geen knoflook op had. Ook al was het eten smakeloos, voor Wendy zat er teveel smaak aan, en als er te veel smaak aan zat, moest ze braken. Iedere keer als ze door de geur of smaak van eten moest braken, was dat weer een gerecht dat van de lijst “geschikte maaltijden” geschrapt kon worden. Deze lijst werd op zo’n manier, akelig snel, akelig kort. Na 12 weken zwanger kwam er voor mij een moment, dat kenmerkend was voor heel het HG verhaal binnen de zwangerschap. Ik stond in de supermarkt (en niet de kleinste) en kon hélemaal niets vinden wat ik kon maken voor Wendy, alles was al van de lijst geschrapt, of zou er niet eens op kunnen. Toen voelde ik me pas echt machteloos. Ik kon niets meer doen voor mijn eigen vrouw, en de baby die zij bij zich droeg. Niets kon ik, terwijl ik alles wilde doen.
Opname
Wendy hield die week bijna niets meer binnen, het voedsel wat ze binnen hield was net genoeg om de baby te laten groeien. Dat is het moment geweest dat ze opgenomen moest worden in het ziekenhuis. Op dat moment kwam er zo’n gevoel van rust over ons heen, Wendy mocht 24 uur niets eten en drinken, dus hoefde ze zich daar ook geen zorgen over te maken, en ik hoefde me ook geen zorgen te maken over wat ik zou moeten maken. Ik had een paar dagen vrij zogezegd. Ik had dat ook wel nodig, want het gegeven dat je machteloos aan de kant staat, vreet ook energie, ik voelde me nutteloos.
Na deze periode was het allemaal wat beter te hebben wat misselijkheid betreft, was er weer wat meer ruimte om te genieten. De periode tussen de 20 en de 30 weken waren zalig, betrekkelijk weinig misselijkheid of andere klachten, en veel meer tijd om te genieten van het zwanger zijn.
Omgaan met HG als partner
Het lijkt misschien of ik mezelf heel zielig vind in dit hele verhaal, maar laat duidelijk zijn dat, wat ik mee heb gemaakt, in het niet valt met wat Wendy heeft moeten doorstaan. Een vrouw moet haar eigen gevoel een plaats geven, dat begint al voor de eerste twijfel of ze nog wel zwanger wil zijn. Voor mij was de misselijkheid niet 24 uur per dag aanwezig, voor Wendy wel. Als ik op mijn werk was kon ik afstand nemen van mijn gevoel, dit is iets wat Wendy niet heeft kunnen doen. Je kunt geen afstand nemen van je zelf, je eigen misselijkheid, het gevoel een slechte vrouw te zijn. Ze heeft nooit de tijd kunnen nemen om de batterij op te laden, terwijl mijn batterij iedere dag opgeladen werd. Zo kon ik er voor Wendy zijn, en dingen doen die ik nooit voor mogelijk heb gehouden. Ik kan namelijk erg slecht tegen overgeven, of overgevende mensen, ik krijg er de rillingen van, en wordt al bijna misselijk bij de gedachte. Maar tijdens de zwangerschap leek het alsof er van die aversie niets overbleef. Ontelbare keren ben ik uit bed gegaan om het teiltje te legen en weer schoon te maken. Het grote verschil tussen Wendy en mij daarin was, ik sliep weer lekker verder, Wendy was en bleef ziek.